meest voorkomende woorden in het Spaans

De 200 meest voorkomende woorden in het Spaans, in volgorde van frequentie:

Om écht een basiswoordenschat van 200 woorden te geven, zijn in deze lijst de volgende vormen niet opgenomen:

  • vervoegingen van werkwoorden.
  • meervoud en vrouwelijke vorm van bijvoeglijke naamwoorden of voornaamwoorden.
  • bijvoorbeeld: este, esta, estos, estas telt als een woord.

 

de van
que dat
el / la / los / las de / het (lidwoorden)
en in
y en
a naar
se zich
del van de / het
un / una een (lidwoorden)
por door
con met
no nee / niet
su zijn / haar (bezit. Vnw.)
para voor
al naar de / het
lo het (lidwoord)
como zoals
más meer
o of
pero maar
le Hem / haar
me mij
si zich
sin zonder
sobre op
est-e, -a, -os, -as deze / dit
ya al
entre tussen
cuando wanneer
todo alle
ser zijn (ww.)
dos twee
también ook
hay er is / er zijn
muy zeer
año jaar
hasta tot
desde sinds
mi mij
porque omdat
qué wat
sólo slechts
haber (hulpwerkwoord)
yo ik
vez keer
poder kunnen
todos allemaal
así zo / op die manier
nos ons
ni noch
parte deel
tener hebben
él hij
uno een
donde WAAR
bien goed
tiempo tijd
mismo zelfde
es-e, -a, -os, -as die / dat
ahora nu
cada ieder
vida leven (znw.)
otro ander
después na
te jou
aunque hoewel
hace geleden
gobierno regering
tan … como zo … als
durante tijdens
siempre altijd
día dag
tanto zoveel
ella zij (pers. Vnw.)
tres drie
ja
decir zeggen
grande groot
país land
según volgens
menos minder
mundo wereld
antes vroeger
contra tegen
sino anders
forma vorm
caso geval
nada niets
hacer doen
general algemeen
poco weinig
presidente voorzitter
mayor oudste
ante voor
algo iets
hacia naar
casa huis
ellos / ellas zij (meervoud)
ayer gisteren
primero eerste
mucho veel
mientras terwijl
además bovendien
quien wie
momento ogenblik
millón miljoen
españa Spanje
hombre man
pues dus
hoy vandaag
lugar plaats
nacional nationaal
trabajo werk
mejor beter
nuevo nieuw
algun enkele
entonces toen
deber moeten
política politiek
cómo hoe
casi bijna
tal zulk
luego straks
pasado verleden
primero eerste
medio midden
nunca nooit
aquí hier
ver zien
sin embargo toch
partido partij / wedstrijd
persona mens
grupo groep
cuenta rekening
cual welk
mujer vrouw
enfrente tegenover
tras na
cosa ding
fin einde
ciudad stad
social sociaal
manera manier
sistema systeem
historia verhaal
tipo soort
cuatro vier
dentro binnen
nuestro ons / onze (bezit. Vnw)
punto punt
ello het
cualquier welk dan ook
noche nacht
aún nog
agua water
parecer lijken
situación situatie
fuera buiten
bajo laag
ejemplo voorbeeld
acuerdo akkoord
usted u
estado staat
nadie niemand
hora uur
posible mogelijk
tarde middag
ley wet
importante belangrijk
guerra oorlog
desarrollo ontwikkeling
proceso proces
realidad werkelijkheid
sentido gevoel
lado kant
mijn
tu jouw
cambio wissel
allí daar
mano hand
estar zijn (ww.)
número nummer
sociedad maatschappij
centro centrum
padre vader
gente mensen
al final achterin
relación relatie
cuerpo lichaam
obra taak
incluso zelfs
a través de door
último laatste
madre moeder
mis mijn
modo manier
problema probleem
cinco vijf
información informatie
ojo oog