De meest voorkomende woorden in het Portugees

De 200 meest voorkomende woorden in het Portugees, in volgorde van frequentie:

que dat (voegwoord)
o, a, os, as de / het
não nee / niet
de van
ser zijn (werkwoord)
você jij / u
e en
eu ik
um, uma een
se als
para voor / naar
estar zijn (werkwoord)
me mij
com met
por voor
ele, eles hij / zij (meervoud)
em in
isso dat
como zoals
mas maar
bem goed
sim ja
aqui hier
mais meer
ter hebben
meu, minha mijn
muito veel / zeer
ela, elas zij
seu zijn / uw
ir gaan
tudo alles
agora nu
slechts
te jou
poder kunnen
quando wanneer
fazer doen
então dus, dan
saber weten
nós wij
al
quer willen
ou of
daar
er is / er zijn
bom, boa goed
certo zeker
mim mij
isto dit
porque omdat
coisa ding
mesmo zelfde
todo alle
assim zo
até tot
nunca nooit
casa huis
achar vinden
sobre op
este, esta deze / dit
tempo tijd / weer
ver zien
favor gunst
noite nacht
senhor heer
também ook
quê wat
vocês jullie
algo iets
obrigado bedankt
tão zo (+ bnw.): zo mooi…
esse, essa dat / die
dia dag
ir gaan
deus God
lhe hem / haar
caro duur
melhor beter
ainda nog
pai vader
sempre altijd
sem zonder
vida leven (znw.)
vez keer
homem man
talvez misschien
ano jaar
mãe moeder
alguém iemand
depois daarna
verdade waarheid
claro duidelijk
nem niet eens
pouco weinig
daar
ficar blijven
dois, duas twee
falar spreken
dever moeten / wel zullen
antes vroeger / voor
parecer lijken
fora buiten
pessoa persoon
lugar plaats
apenas slechts
ninguém niemand
dinheiro geld
preciso nodig
qual welk
algum een, enkel
mundo wereld
grande groot
trabalho werk
hoje vandaag
dar geven
nome naam
nove negen
filho zoon
qualquer elk, ieder
outro ander
quanto hoeveel
mulher vrouw
nosso onze
sentir voelen
merda shit, troep
desculpe sorry
hora uur
sair uitgaan
amigo vriend
olhar kijken
amor liefde
problema probleem
esperar hopen, wachten
três drie
volta terugkeer
carro auto
acontecer gebeuren
certeza zekerheid
menos minder
entre tussen
embora ervandoor
realmente echt
saber weten
primeiro eerst
tipo type, soort
voltar teruggaan
querido geliefd
tarde middag, tarde
aquele die, dat
atrás achter
parte deel
gente mensen
dentro binnen
amanhã morgen
frente voorkant
logo meteen
parar stoppen
gostar houden van
nenhum geen enkele
cabeça hoofd
cidade stad
pensar denken
feliz gelukkig
deixar laten
óptimo uitstekend
lado kant, zijde
mal slecht
sério ernstig
medo angst
momento moment
ali daar
família familie
rápido snel
ajudar helpen
tanto zoveel
cada ieder
irmão broer
papai papa
desde sinds
matar doden
pegar vastpakken
em cima bovenop
cuidado voorzichtigheid
entrar binnenkomen
amar houden van
quase bijna
porta deur
enquanto terwijl
história verhaal
novo nieuw
sorte geluk
idéia idee
importar van belang zijn
morto dood
manhã ochtend
água water
demais te veel
quarto kamer, kwart
caso geval
mamãe mama